Oosternijk Reisseckbahn

Ritje met de hoogst gelegen smalspoorbaan van Europa

Sinds 2017 is de Reisseckbahn definitief gesloten!

Vandaag rijden we vanaf onze camping in Flattach naar het plaatsje Reisseck. In dit dorpje vindt je de Reisseckbahn.

In het dorp wordt de route naar het dalstation duidelijk aangegeven dmv borden. Parkeren kan op de parkeerplaats van de lift. Wanneer wij arriveren is de eerst volgende vertrektijd vol geboekt en moeten we nog minimaal 45 minuten wachten voordat we naar boven kunnen. Ook de terugreis dient gereserveerd te worden. Wij kiezen voor 15:30 uur achteraf bleek dit een verkeerde keuze te zijn omdat boven het weer snel betrok en we niet zoveel tijd nodig hadden voor onze wandeling.

Omdat we 45 minuten moeten wachten voor we met de trein naar boven mogen is het tijd voor een cappuccino. Op het terras van de kiosk met uitzicht op het plaatsje Reisseck genieten we van het zonnetje.

Als het eenmaal zover is moet Xela haar muilkorf om en kunnen we instappen in de voor vertrek gereed staande tandradbaan.

In ongeveer 25 minuten tijd wordt je vanaf het dalstation Zandlach naar bergstation Schoberboden vervoerd. Onderweg moet er twee keer overgestapt worden. De eerste twee deeltrajecten ga je met een tandradbaan welke een stijgingspercentage heeft van 82%. Het laatste stuk wat praktisch vlak is reis je met de Reisseck Höhenbahn, dit is Europa’s hoogst gelegen privé spoorbaan.

Onderweg is er een uitzicht over het dal en op de Hohe Tauern. Bij aankomst boven op 2245 Meter zijn er 1516 hoogtemeters afgelegd.
De tandradbaan en spoorbaan worden geëxploiteerd door Verbund.

Deze firma is de grootste stroomaanbieder van Oostenrijk en beheerd onder andere stuwmeren, waterkracht centrales maar heeft op diverse plaatsen ook toeristische attracties gebouwd rondom hun activiteiten.

De Reisseckbahn is daar één van maar ook bijv de Schlegeisalpenstrasse is hun eigendom.

De kabelbaan en het treinspoor zijn in de jaren ’50 van de 20e eeuw aangelegd om materialen en mensen te transporteren voor de bouw van de stuwdammen. In 1962 is alles opengesteld voor het publiek om het toerisme te bevorderen.

Boven aangekomen is het direkt een stuk frisser in de verte zien we de donkere wolken, hopelijk houden we het vandaag wel droog.

Ook worden we teleurgesteld over de situatie van de toestand van het landschap , er wordt volop gewerkt.

Het stuwmeer is tot op de laatste druppel leeg en de rondweg en andere wandelwegen zijn deels afgesloten.
We laten ons er niet door ontmoedigen en gaan toch op pad.
Het uitzicht is prachtig maar indien het weer beter zou zijn nog grootser.
Via een pad dat tussen de rotsblokken loopt gaan we gestaag omhoog richting de stuwmuur.
Ondertussen kijken we om ons heen en fotograferen het schitterende landschap.

Zoals overal in de bergen zie je de steenmannetjes, op deze plaats hebben ze geen functie en zijn ze voor de lol neergezet in andere landschappen is dit wel degelijk het geval.

Steenmannetjes:


Een steenmannetje of steenman  is een stapel van natuursteen. Steenmannetjes komen wereldwijd voor.  Een steenmannetje wordt gebruikt om een pad of de top van een heuvel te markeren. In het verleden zouden reizigers die onherbergzame gebieden doorkruisten, de gewoonte hebben gehad om onderweg stenen op te rapen en toe te voegen aan het eerstkomende steenmannetje dat ze tegenkwamen. Vooral in het mistige klimaat van Engeland, Schotland, Wales of de toendra's in Scandinavië waar paden niet of nauwelijks zijn te herkennen zijn deze steenmannetjes bijzonder nuttig om de weg te kunnen vinden. Men loopt van het ene steenmannetje naar het volgende (zichtbare) steenmannetje. Ook in bergachtige gebieden worden steenmannetjes veel gebruikt

Door het Verbund zijn informatie borden neergezet met informatie over het gebied en de omliggende bergtoppen.

In het Reisseck gebied bevinden zich een aantal geopende hutten de eerste die wij tegen komen de Almhütte Adlerhorst lopen we voorbij.

We zijn inmiddels flink gestegen en kijken neer op een werkspoor.

Bij het bankje wat lijkt neergezet te zijn om te lunchen doen wij waar we denken waar het voor bedoeld is en eten ons meegebrachte broodje op.

Na de lunch klimmen we het laatste stukje omhoog en kijken we op het lege stuwmeer.

Het ziet er vreemd uit een leeg meer, met water zal dit er toch heel anders uit zien.

Wij vervolgen onze weg en gaan richting de Reisseckhütte. Omdat het nog 1,5 uur duurt voordat we met de trein terug mogen ivm de gereserveerde tijd besluiten we om daar wat lekkers te nemen.

Ondanks de blauwe lucht is het te fris om op het terras te zitten en daarom gaan we naar binnen in de hut.

We nemen een heerlijke cappuccino met apfelstrudel en doden zo de wachttijd.

Een half uur voor vertrektijd laten we ons zakken van de Reisseckhütte naar het berghotel waar het station gevestigd is.

We hebben al met al toch nog 3,6 kilometer gelopen zijn bijna 3 uur onderweg geweest maar hebben daar van 1,5 uur gestopt. We zijn 138 meter gestegen en 169 meter gedaald.

Er is opnieuw een dag voorbij, erg bijzonder vonden we deze dag niet, het uitzicht is prachtig maar voor de wandeling hoef je deze uitstap niet te maken.